Zelf procederen in het bestuursrecht: let op je taal!
Voor het voeren van een bestuursrechtelijke procedure is het niet verplicht om een advocaat in de arm te nemen. Tot en met de hoogste rechtsinstantie (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, College van Beroep voor het bedrijfsleven bijv.) mag een burger zelf zijn belangen behartigen.
Dat is een mooi rechtsbeginsel en vanwege de wijze waarop het procesrecht in de Algemene wet bestuursrecht is geregeld is het voor een assertieve burger best mogelijk om zo'n bestuursrechtelijke procedure tot een goed einde te brengen.
De praktijk wijst echter uit dat de wetgeving waarover geprocedeerd moet worden zeer complex is. Daarbij heeft zich in de loop der jaren vaak al uitgebreide jurisprudentie gevormd die bij een gemiddelde burger niet bekend is. Die wetgeving en jurisprudentie is bij de overheidsorganen uiteraard wel bekend en deze laten zich in de procedure vrijwel altijd vertegenwoordigen door juristen, advocaten en andere deskundigen. Een behoorlijke procesongelijkheid dus. Als de belangen dan ook nog eens groot zijn is het veelal toch zeer aan te raden om professionele juridische bijstand in te schakelen.
Maar besluit je toch om zelf de bestuursrechtelijke handdoek op te pakken tegen een overheidsorgaan dat zich volgens jou onredelijk en onrechtmatig opstelt, dan is het belangrijk om de procesrechtelijke regels goed te volgen. Het belangrijkste is om in ieder geval tijdig te reageren. In het bestuursrecht geldt: te laat is te laat. Hou de termijnen dus goed in de gaten, onderteken alle stukken die je indient en voeg het besluit waartegen je opkomt altijd bij. En dan kan de procedure beginnen.
De inhoud van de bezwaren is vormvrij, als je maar goed duidelijk maakt waarom je het met een bepaald besluit niet eens bent. Nogmaals: uiteraard met inachtneming van de betreffende wetgeving en jurisprudentie. Maar ook met inachtneming van de zogenaamde 'goede procesorde'.
Want zelfs al heb je zeer negatieve ervaringen met (ambtenaren van) het betreffende bestuursorgaan en ben je van mening dat men jou ernstig benadeelt (om het voorzichtig uit te drukken), dan nog moet je je in jouw processtukken correct uitdrukken. Ook al is de ergernis of woede goed te begrijpen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde recent (16 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1667) dat een rechtzoekende partij zich in de stukken beledigend, schofferend en intimiderend had uitgelaten over diverse actoren (ambtenaren) in de procedure. De rechter achtte deze uitlatingen, ondanks herhaalde verzoeken om deze terug te nemen, ongepast en verklaarde de procedure niet-ontvankelijk; deze uitlatingen waren in strijd met een goede procesorde.
Daarbij werd nog opgemerkt dat dit ook kan gelden voor uitlatingen die tijdens een zitting worden gedaan. Ook dan moet een rechtzoekende zich van ongepaste, beledigende en dreigende opmerkingen onthouden, op risico van niet-ontvankelijk verklaring.
Komt het dus tot een procedure tegen een overheidsorgaan dat op onredelijke wijze heeft besloten om bijvoorbeeld jouw horeca-exploitatievergunning te weigeren, of om handhavend tegen jouw horecabedrijf op te treden na langdurig klagen door de buren, dan kan het alleen al om die reden verstandig zijn om een advocaat in te schakelen. In dit soort situaties kunnen de emoties soms (onbedoeld) hoog oplopen en is het beter om de pen en het woord door een professional te laten voeren.
Want oordeelt de rechter dat jouw woorden -hoe begrijpelijk ook- even iets te ongenuanceerd zijn, dan kan dat het einde van de procedure betekenen. En dan hebben de overheid en/of de buren wel heel gemakkelijk gewonnen.
Als je toch zelf gaat procederen: Tel dan, als de emoties hoog zitten, eerst tot tien voordat je iets communiceert. Let op je taalgebruik!