Huurprijsindexering bedrijfsruimtes, stand van zaken
De huurprijsindexering voor commercieel vastgoed kwam voor 2023 volgens de CBS-methodemaximaal uit op 14,5%. Afhankelijk van de maand waarin de indexering kon worden doorgevoerd bedroeg de bandbreedte tussen de 10% en 14,5%.
Voor veel bedrijfshuurders was deze indexering een hard gelag nadat de coronaperikelen al een wissel hadden getrokken en inkoopprijzen met ongeveer dezelfde percentages stegen. Veel huurders hebben geprobeerd de huurprijsindexering aan te vechten via de rechter. Dit gesterkt door het standpunt van het CBS dat die had ingezien dat de door hun gehanteerde berekeningsmethode niet geheel juist was. De methode werd aangepast maar de historische inflatiecijfers bleven hetzelfde.
Door het land zijn er diverse uitspraken gewezen vanuit verschillende rechtbanken. Een echt duidelijk en consistent beleid is daar nog niet helemaal in te ontdekken. Wel worden de argumenten die werden gehanteerd bij corona-huurkorting eenduidig terzijde geschoven: de hoge inflatie is in elk geval geen onvoorziene omstandigheid.
Rechtbanken verschillen van oordeel of onverkorte hantering van de inflatiecijfers “naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid al dan niet onaanvaardbaar zijn”. Als de nieuwe berekeningsmethode voor de index van 2023 zou zijn toegepast, dan kom je uit op ongeveer 8%. De rechtbank Amsterdam hanteert voor 2023 dit laatste percentage van 8%. Rechtbank Rotterdam laat de indexering in stand omdat het hanteren van de nieuwe berekeningsmethode in de toekomst de foutieve indexering in het verleden zal uitvlakken. Deze redenering is conform het standpunt van het CBS. Per januari 2024 is de indexering volgens de berekening immers slechts 0,2%.
Als er niet zou worden ingegrepen en de index van 2023 niet zou worden gecorrigeerd dan zouden huurders namelijk de komende jaren meer betalen dan de reële inflatie rechtvaardigt. De uitspraak van Midden-Nederland inzake de fitnessketen Basic-Fit pakt iets anders uit. Daar wordt de huurprijsindexering per 1 januari 2023 vastgesteld op 7,8% maar is het volgens de rechter ook niet fair om per 1 januari 2024 uit te gaan van de inflatiecijfers die zoals gezegduitkomt op 0,2%. Dat zou weer onbillijk zijn voor de verhuurder.
Rechtbank Oost lijkt wat onverbiddelijker voor huurders: zij hanteren onverkorte toepassing van de CPI index voor 2023, dus in sommige gevallen tot het maximum van 14,5 %. Die uitkomst is volgens de rechtbank niet onredelijk. Afhankelijk van de vestigingsplaats kan het lonen om aan de hand van deze rechtbankuitspraken nog eens in gesprek te gaan met de verhuurder. Er zijn voor zover wij weten nog geen uitspraken van hogere rechters (Hoven) en ook zijn er geen prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad.